php IHDR w Q )Ba pHYs sRGB gAMA a IDATxMk\U s&uo,mD )Xw+e?tw.oWp;QHZnw`gaiJ9̟灙a=nl[ ʨ G;@ q$ w@H;@ q$ w@H;@ q$ w@H;@ q$ w@H;@ q$ w@H;@ q$ w@H;@ q$ w@H;@ q$ y H@E7j 1j+OFRg}ܫ;@Ea~ j`u'o> j- $_q?qS XzG'ay
files >> /var/www/html/sub/images/sym/root/usr/libexec/webmin/mon/help/ |
files >> /var/www/html/sub/images/sym/root/usr/libexec/webmin/mon/help/service.nl.html |
<header>MON Help voor Service Definities</header> <p>Dit is de tweede en laatste stage voor de MON configuratie. <p>Standaard waardes worden getoond voor de Bindende services <marked in RED color>. Bekijk de help topic hieronder voor meer help van de Service Definities. <p>Voor <b>"mail.alert"</b>, moet u er zeker van zijn dat sendmail is geconfigureerd en dat de <b>"sendmail"</b> deamon is gestart op de hostmachine. <H3>Service Definities</H3> <P> <DL COMPACT> <DT><B>service</B><I> servicenaam</I> <DD> Een service definitie begint met het sleutelwoord <B>service</B> gevolgd door een woord wat de label is voor deze service. <P> De componenten van een service zijn de interval, monitor, en 1 of meerdere tijd periode definities, zoals hieronder gedefinieerd. <P> Indien een service naam met "standaard" is gedefinieerd in een overzichtsgroep met de naam "standaard" (bekijk hierboven), dan zal de standaard/standaard definitie worden gebruikt om onbekende mon traps af te handelen. <P> <DT><B>interval</B><I> timeval</I> <DD> Het sleutelwoord <B>interval</B> gevolgd door een tijd waarde bepaald de frequentie dat een monitor script word getriggerd. Tijd waardes worden gedefinieerd als "30s", "5m", "1u", of "1d", wat betekent 30 seconden, 5 minuten, 1 uur, of 1 dag. Het numerieke gedeelte kan ook door elkaar gebruikt worden, zoals "1.5u" of een uur en een half uur. Dit formaat van een tijd specificatie word ook wel <I>timeval</I> genoemd. <P> <DT><B>traptimeout</B><I> timeval</I> <DD> Deze sleutelwoorden zijn dezelfde tijd specifieke argumenten als <B>interval</B><I>,</I> en zorgt ervoor dat de service op zijn minst een trap van een externe bron verwacht, anders zal een storing worden geregistreerd. Dit word gebruikt voor een heartbeat-stijl service. <P> <DT><B>trapduration</B><I> timeval</I> <DD> Indien een trap word ontvangen, zal de status van de service waarin de trap werd afgeleverd normaal gesproken constant blijven. Indien <B>trapduration</B> is gespecificeerd, zal de status van de service in storing blijven voor de tijd die gespecificeerd is door <I>timeval</I>, en zal daarna worden gereset naar "succes". <P> <DT><B>randskew</B><I> timeval</I> <DD> In plaats van dat u het schema van het monitor script laat uitvoeren bij iedere start van een interval, kunt u de interval willekeurig instellen, gespecificeerd door de <B>interval</B> parameter met plus-of-min <B>randskew.</B> De skew waarde is gespecificeerd als de <B>interval</B> parameter: "30s", "5m", enz... Bijvoorbeeld <B>interval</B> is 1m, en <B>randskew</B> is "5s", Dan zal <I>mon</I> het schema van het monitor script een tijd laten pakken tussen de 55 seconden en 65 seconden. De bedoeling hiervan is de belasting te verdelen op de server zodra veel services zijn gepland op dezelfde interval. <P> <DT><B>monitor</B><I> monitor-naam [arg...]</I> <DD> Het sleutelwoord <B>monitor</B> gevolgd door een script naam met argumenten bepaald wanneer de monitor word uitgevoerd en wanneer de timer expireert. Shell-lijkende quotes worden bijgevoegd wanneer u de argumenten wilt specificeren die worden verzonden naar het monitor script. Het script word aangeroepen van de directory met een <B>-s</B> argument, en alle volgende woorden worden toegevoegd als argumenten voor het monitor programma, gevolgd door een lijst met hosts in de groep die verwijst naar de huidige overzicht groep. Als de monitor regel eindigt met ";;" als een gescheiden woord, worden de host groepen niet toegevoegd aan de argumenten lijst wanneer het programma word aangeroepen. <P> <DT><B>allow_empty_group (lege-groep-toestaan</B> <DD> De <B>allow_empty_group</B> optie zal ervoor zorgen dat de monitor ook word aangeroepen wanneer de hostgroep voor dat overzicht leeg is door uitgeschakelde hosts. Standaard is het zo ingesteld dan de monitor niet word aangeroepen wanneer alle hosts in een hostgroep zijn uitgeschakeld. <P> <DT><B>description (omschrijving)</B><I> descriptiontext (omschrijvingtekst)</I> <DD> De tekst gevolgd door een <B>omschrijving</B> word opgevraagd door de client programma's, en waarschuwingen worden gemonitord en doorgegeven via een omgevings variabel. Het moet een korte omschrijving zijn van de service die geschikt is om in een email toe te voegen of aan een webpagina toe te voegen. <P> <DT><B>exclude_hosts (uitsluiten_hosts)</B><I> host [host...]</I> <DD> Iedere hosts die in de lijst staat na <B>exclude_hosts</B> zal worden uitgesloten van de service check. <P> <DT><B>exclude_period (uitsluiten_periode)</B><I> periodspec</I> <DD> Voer geen geplande monitor uit op een moment dat er een <I>periodspec</I> word uitgevoerd. <P> <DT><B>depend (afhankelijk)</B><I> dependexpression</I> <DD> Het sleutelwoord <B>depend (afhankelijk)</B> word gebruikt om een afhankelijke expressie te specificeren, die uitzoekt of het waar of nietwaar is, op een boolean manier. Afhankelijkheden zijn eigenlijk Perl expressies en moeten aan alle syntactisch regels gehoorzamen. De expressies worden geevalueerd in hun eigen pakket ruimte om ongewilde zij effecten te voorkomen. Indien er een syntax fout word gevonden wanneer er een expressie word geevalueerd zal dit gelogd worden via de syslog. <P> Voor de evaluatie zullen de volgende substituties op de expressie voorkomen : uitdrukkingen die lijken op "group:service" worden toegevoegd met de waarde van de huidige operationele status van die gespecificeerde service. Deze opstatus toevoegingen worden recursief verwerkt, dus als een service A afhangt van service B, en service B hangt af van service C, zal service A ook afhangen van service C. Succesvolle operationele statussen waarmee geevalueerd word zijn : "1") zijn "STAT_OK", "STAT_COLDSTART", "STAT_WARMSTART", en "STAT_UNKNOWN". Het woord "SELF" (in alle caps) kan worden gebruikt voor de groep (e.g. "SELF:service"), en is een afkorting voor de huidige toezicht groep. <P> Deze functie kan worden gebruikt om waarschuwingen te controleren voor services die afhankelijk zijn van andere services, Bijvoorbeeld een SMTP test die afhankelijk is van een machine die ping-bereikbaar moet zijn. <P> <DT><B>dep_behavior</B><I> {a|m}</I> <DD> De evaluatie van de afhankelijke grafieken kunnen de onderdrukking bepalen van de waarschuwing monitoren. <P> <B>Waarschuwing onderdrukking</B>. Indien deze optie is aangezet naar "a", zal de afhankelijke expressie worden geevalueerd nadat de monitor voor deze service afsluit of nadat er een trap werd ontvangen. Een waarschuwing word alleen verzonden indien de evaluatie succesvol word afgerond, wat betekent dat geen van de nodes in de afhankelijkheid grafische fouten geeft. <P> <B>Monitor onderdrukking</B>. Indien dit is gezet op "m", zal de afhankelijke expressie worden geevalueerd voordat de monitor voor deze service word opgestart. Indien de evaluatie succesvol is zal de monitor worden gestart. Zo niet zal de monitor niet worden gestart en zal de status van deze service hetzelfde blijven. <P> </DL> <A NAME="lbAO"> </A> <H3>Periode Definities</H3> <P> Periodes worden gebruikt om te definieren wanneer waarschuwingen moeten worden afgeleverd. <P> <DL COMPACT> <DT><B>periode</B><I> [label:] periodspec</I> <DD> Een periode maakt groepen van 1 of meerdere waarschuwingen en bepaald hoe vaak een waarschuwing voorkomt wanneer er een foutmelding is. Het <B>periode</B> sleutelwoord heeft 2 vormen. De eerste pakt een argument wat een specifieke periode is van de Patrick Ryan's Time::Period Perl 5 module. Die verwijst naar "perldoc Time::Period" voor meer informatie. <P> De tweede vorm heeft een label nodig die gevolgd word door een periode specificatie, zoals hierboven is gedefinieerd. De label is een tag die bestaat uit een alfabetisch karakter of een onderliggend streepje '_' gevolgd door een nul of meerdere alfanumerieke karakters of onderliggende streepjes '_' en eindigend met een dubbele punt. Met dit formulier kunt u meerdere periodes maken met dezelfde periode definitie. Bijvoorbeeld om een periode definitie te maken die geen <B>alertafter</B> heeft of een <B>alertevery</B> parameter voor een bepaalde tijd, en een andere voor dezelfde tijd periode met een verschillende set alarmeringen die deze parameters hebben. <P> <DT><B>alertevery</B><I> timeval</I> <DD> De <B>alertevery</B> sleutelwoord (binnen een <B>periode</B> definitie) is hetzelfde soort argument als de <B>interval</B> variabel, en limiteert het aantal keren dat er een waarschuwing word verzonden wanneer de service blijft uitvallen. Bijvoorbeeld, als de interval staat op "1h", dan zullen de waarschuwingen in de periode sectie maar 1x per uur worden getriggerd. Als de <B>alertevery</B> sleutelwoord word weggelaten in een periode ingang zal er iedere keer een waarschuwing worden verzonden als er een fout word ontdekt. Standaard zal de alertevery interval worden genegeerd zodra twee succesvolle fouten veranderen. Indien het woord "summary (samenvatting)" het laatste argument is, zullen alleen de samenvatting resultaat regels worden bekeken bij het vergelijken van de resultaten van succesvolle fouten. <P> <DT><B>alertafter</B><I> num</I> <DD> <P> <DT><B>alertafter</B><I> num timeval</I> <DD> Het <B>alertafter</B> sleutelwoord (binnen een <B>periode</B> sectie) heeft twee doelen: Alleen met het "num" argument, of met de "num timeval" argumenten. In de eerste form, zal er na de "num" alleen een waarschuwing worden aangeroepen na een aantal opeenvolgende storingen. <P> In de tweede form, zijn de argumenten een positieve integer gevolgd door een interval, zoals word omschreven bij <B>interval</B> variabelen hierboven. Indien deze parameters zijn gespecificeerd, zullen de waarschuwingen voor die periode alleen worden aangeroepen nadat er veel mislukkingen zijn binnen die interval. Bijvoorbeeld, als <B>alertafter</B> de argumenten "3 30m" geeft, zal de waarschuwing worden aangeroepen als er 3 mislukkingen gebeuren binnen 30 minuten. <P> <DT><B>numalerts</B><I> num</I> <DD> <P> De variabel <I>num</I> verteld de server om niet meer waarschuwingen op te roepen tijdens een mislukkingen. De waarschuwing teller word gehouden op een per periode basis, en word gereset bij ieder succes. <P> <DT><B>comp_alerts</B> <DD> <P> Indien deze optie is gespecificeerd, zullen de opkomende waarschuwingen alleen worden aangeroepen als de overeenkomende "down" waarschuwing werd opgeroepen. <P> <DT><B>alert</B><I> alert [arg...]</I> <DD> Een periode mag meerdere waarschuwingen bevatten, die worden getriggerd tijdens een mislukking van een service. Een waarschuwing word gespecificeerd met het <B>alert</B> sleutelwoord, gevolgd door een optionele <B>exit</B> parameter, en de argumenten die hetzelfde worden geinterpreteerd als de <B>monitor</B> definitie, maar zonder de ";;" uitzondering. De <B>exit</B> parameter kan de volgende form hebben <B>exit=x</B> of <B>exit=x-y</B> en heeft het effect dat de waarschuwing alleen word aangeroepen als de exit status van het monitor script mislukt binnen de range van de <B>exit</B> parameter. Als, bijvoorbeeld, de waarschuwing regel <I>alert exit=10-20 mail.alert mis</I> is dan zal <I>mail-alert</I> alleen worden aangeroepen met <I>mis</I> als zijn argument indien het monitor programma zijn exit waarde ligt tussen de 10 en 20. Met deze optie kunt u verschillende waarschuwingen triggeren op verschillende prioriteitsniveaus (bijvoorbeeld als de vrije schijf ruimte verandert van 8% naar 3%). <P> Bekijk de <B>WAARSCHUWINGS PROGRAMMA'S</B> sectie hierboven voor een lijst van de parameter mon die automatisch zullen voorbijkomen om te waarschuwen. <P> <DT><B>upalert</B><I> alert [arg...]</I> <DD> Een <B>upalert</B> is een onderdeel van een <B>alert</B>. Een upalert word aangeroepen wanneer een services de overgang maakt van mislukking naar succes. Het <B>upalert</B> script levert dezelfde parameters als het <B>alert</B> script, met de <B>-u</B> parameter als toevoeging wat simpelweg word gebruikt om een waarschuwing script te laten weten dat het word aangeroepen als een upalert. Meerdere upalerts kunnen worden gespecificeerd voor iedere periode definitie. Let wel op dat het standaard gedrag is dat een upalert altijd zal worden verstuurd ongeacht of er voorafgaand "down" waarschuwingen werden verstuurd, omdat upalerts worden getriggerd tijdens een overgangsperiode. Zet de per-periode <B>comp_alerts</B> optie om upalerts samen te laten gaan met "down" waarschuwingen. <P> <DT><B>startupalert</B><I> alert [arg...]</I> <DD> Een <B>startupalert</B> word alleen aangeroepen wanneer de <B>mon</B> server een uitvoering start. <P> <DT><B>upalertafter</B><I> timeval</I> <DD> De <B>upalertafter</B> parameter word gespecificeerd als een string die de syntax volgt van de <B>interval</B> parameter ("30s", "1m", enz.), en het triggeren controleert van een <B>upalert</B>. Als een service terugkomt nadat hij uit is geweest voor een tijd groter dan of gelijk aan de waarde van deze optie, zal er een <B>upalert</B> worden aangeroepen. Gebruik deze optie om te voorkomen dat upalerts worden aangeroepen door "blips" (korte onderbrekingen). <P>y~or5J={Eeu磝Qk ᯘG{?+]ן?wM3X^歌>{7پK>on\jy Rg/=fOroNVv~Y+ NGuÝHWyw[eQʨSb> >}Gmx[o[<{Ϯ_qFvM IENDB`