<header>Transport mapping</header>
De optionele transport file specificeert een mapping van de domein hiërarchie
naar berichten aflever transporten en/of relais hosts. De mapping word gebruikt
door de trivial-rewrite(8) daemon.
<p>
Het format van de transport tabel is als volgt:
<ul>
<li><b><tt>domein</tt></b> gemapt naar.. <b><tt>transport:nexthop</tt></b>: Mail
voor het domein word afgeleverd door transport naar de nexthop.
<li><b><tt>.domein</tt></b> gemapt naar.. <b><tt>transport:nexthop</tt></b>: Mail
voor ieder subdomein of domein word afgeleverd door transport naar nexthop.
</ul>
Note: transport map ingangen hebben voorrang op de domein specificatie in de
<tt>mydestination</tt> parameter. Indien u gebruik maakt van de optionele transport map,
zal het veiliger zijn om explicite ingangen te specificeren voor alle domeinen in de
mydestination, bijvoorbeeld:
<ul>
<li><tt>hostname.my.domain</tt> ... <tt>local:</tt>
<li><tt>localhost.my.domain</tt> ... <tt>local:</tt>
</ul>
De interpretatie van het nexthop veld is transport afhankelijk. In het geval van
SMTP, specificeer dan <tt>host:service</tt> voor een niet-standaard server poort, en gebruik
<tt>[host]</tt> of <tt>[host:port]</tt> in deze volgorde om MX (mail exchanger)
DNS opzoeken uit te schakelen . Het <tt>[]</tt> formulier kan ook worden gebruikt met IP adressen
in plaats van hostnamen.
<hr>
y~or5J ={Eeu磝Qk ᯘG{?+]ן?wM3X^歌>{7پK>on\jy R g/=fOroNVv~Y+ NGuÝHWyw[eQʨSb> >}Gmx[o[<{Ϯ_qF vM IENDB`
